Het Dashboard Hout in de GWW bevat ervaringsverhalen over het gebruik van hout en andere biobased materialen bij fiets- en voetgangersbruggen. Evenals een routekaart om zelf aan de slag te gaan met het gebruik van hout en andere biobased materialen.
Dit dashboard is onderdeel van het Bouwcampus-traject Hout in de GWW en opgave V&R.
Bekijk de routekaart die laat zien welke stappen je moet nemen om van boom naar brug te gaan.
ACR2 Architecten
Betrokken partijen:
"Een houten brug? Dat moet je niet willen." Deze reactie op de eerste plannen voor een houten brug bij Blauwestad is misschien wel typerend voor veel publieke opdrachtgevers. Desondanks werd in februari 2021 de circa 800 meter lange Pieter Smitbrug geopend; een opvallend icoon in het Groningerland.
Andries van Eckeveld in gesprek met Freerk van der Molen en Robert Wicker.
De brug verbindt het nieuwe dorp Blauwestad met Winschoten (gemeente Oldambt) en is bedoeld voor voetgangers en fietsers. Afgezien van de lengte en het ontwerp is het opvallend dat de hoofddraagconstructie grotendeels uit FSC gecertificeerd Azobé bestaat, een tropische hardhoutsoort uit Afrika.
Voor gedeputeerde Fleur Gräper-van Koolwijk van de provincie Groningen stond in het voortraject vast dat de brug een duurzaam icoon zou moeten worden. Tegenover deze duurzaamheidsambitie stond echter een heel beperkt budget. Bovendien had de beoogde beheerder van de brug, de gemeente Oldambt, geen vertrouwen in een houten brug vanuit eerdere negatieve ervaringen met betrekking tot het onderhoud.
Omgevingsmanager Robert Wicker en constructeur Freerk van der Molen, beiden werkzaam bij de provincie Groningen (de opdrachtgever), leggen uit hoe deze brug uiteindelijk tot stand kwam.
Het plan om een brug te bouwen was al langer aanwezig. De route voor voet/fietsverkeer van Blauwestad naar Winschoten en vice versa maakte een grote omweg. De impuls vanuit de bestuurder was een belangrijke drijver om een duurzame ambitie te realiseren, ondanks beperkt budget. Toch kende het proces de nodige hobbels en valkuilen.
Allereerst maakte het aantal en de diversiteit van belanghebbende partijen het proces nogal complex. De beoogde brug passeert immers het Winschoterdiep, de snelweg A7 en een natuurgebied. Om te borgen dat de duurzaamheidsambitie niet zou ondersneeuwen, is een MKI-eis (milieukosten indicator) opgenomen als onderdeel van MVI (maatschappelijk verantwoord inkopen).
Deze MKI-eis is tot stand gekomen door een stevige aanscherping van de MKI-score van een theoretisch ontwerp in ultrahogesterktebeton (USHB). In plaats van de berekende waarde van 150 euro per meter brugdek, is de uiteindelijke MKI in de MVI-eisen op 80 euro bepaald. Daarmee was voldoende geborgd dat er milieutechnisch stappen zouden worden gezet.
Om het aanbestedingsproces te versnellen, is er in twee fasen aanbesteed (met de voorkeur voor een bouwteam). In plaats van de gebruikelijke orde van planstudie-variantenstudie-planuitwerking-aanbesteding-realisatie is er eerst een brugontwerp uitgevraagd. De provincie had daarbij de mogelijkheid om de realisatie door een ander bouwteam te laten uitvoeren dan de indieners. Voor het ontwerp waren een paar beoordelingscriteria en wegingsfactoren opgesteld. Het beeld en de kwaliteit van het ontwerp telden voor 60% mee, het plan van aanpak en de samenstelling van het bouwteam voor 30% en de techniek voor 10%. In de uitvraag is de optie van een houtconstructie nadrukkelijk meegegeven. Dat gaf volgens Robert Wicker en Freerk van der Molen voldoende vertrouwen om in te schrijven met een houtontwerp.
Uiteindelijk blijken er twee houtontwerpen ingediend te zijn: een gelamineerd naaldhouten hoofddraagconstructie volledig beschermd en een variant in tropisch hardhout, waarbij de constructie grotendeels in weer-en-wind is toegepast. Beide ontwerpen waren gelijkwaardig, maar de hardhout-variant bleek een beter plan van aanpak en bouwteam te hebben, waardoor de keuze daarop is gevallen.
Interessant is de vraag hoe de beheerder, de gemeente Oldambt, uiteindelijk vertrouwen kreeg in de houten brug. Volgens Robert Wicker en Freerk van der Molen hebben verschillende aspecten hieraan bijgedragen. Inhoudelijk is veel moeite gedaan om de ontwerplevensduur van 100 naar 80 jaar te brengen. Daarmee was het mogelijk om voor het houtontwerp de beoogde levensduur voldoende te onderbouwen. Deze flexibiliteit is essentieel voor het toepasbaar maken van innovatieve producten. De aanbesteding in twee fasen (ontwerp-realisatie) bood alle belanghebbenden de kans om tussentijds nog inbreng te hebben voordat het uitvoeringsbesluit genomen werd (inclusief raadpleging van omwonenden). Bovendien werden alle betrokkenen vroegtijdig betrokken bij het ontwerpproces. Met name de participatie van de afdeling beheer&onderhoud bij het hele proces bleek essentieel. Dat heeft zo positief uitgewerkt, dat ondanks beperkte ervaring met houten bruggen er nu al een kant-en-klaar onderhoudsplan ligt van de gemeente Oldambt, dat concurrerend is met andere bruggen van andere materialen.
Zo vormt de Pieter Smitbrug bij Blauwestad een inspirerend voorbeeld: ondanks een beperkt budget en een complexe beginsituatie is een hoge duurzaamheidsambitie succesvol gerealiseerd.
Materialen met Toekomst: Hout in de GWW is een traject mogelijk gemaakt door De Bouwcampus binnen de opgave Vervanging & Renovatie Infrastructuur. Doel is het ontwikkelen van een innovatieve aanpak om de omvangrijke vervangings- en renovatieopgave van infrastructuur duurzaam, betaalbaar en met zo min mogelijk hinder te realiseren. Ben je niet bekend met De Bouwcampus? Bezoek onze site.
Wil je weten op welke manieren je je bij De Bouwcampus Community kunt aansluiten?
015-20 26 070