De levensduur van hout blijft een veelbesproken onderwerp als het gaat om het gebruik van hout in de bouw. De praktijkvoorbeelden lopen uiteen van houten constructies die 15 jaar meegaan tot constructies die inmiddels al 70 jaar staan. In ons gesprek met Emile Hoogterp, technisch directeur bij ingenieursbureau Westenberg, bespraken we verschillende cruciale punten omtrent de levensduur van hout in bruggen. Hij ging in op levensduur-verlengende maatregelen, de mogelijkheden van hergebruik en de hardnekkige misvattingen over hout.
Andries van Eckeveld en Anouk Bolsenbroek in gesprek met Emile Hoogterp
De levensduur van hout is een veelbesproken onderwerp waar veel misvattingen over zijn. In principe heeft hout een oneindige levensduur. Dit is echter alleen waar in de perfecte omstandigheden, die in de praktijk niet vaak voorkomen. Desondanks stelt Emile dat een gemiddelde levensduur van 50 jaar goed haalbaar moet zijn. Dit wordt bevestigd in een onderzoek van Centrum Hout. In dit onderzoek werd, op basis van 15.000 bruggen, gesteld dat een houten brug een levensduur heeft met een bandbreedte van 10 tot 90 jaar. Deze bandbreedte is vrij groot en is afhankelijk van verschillende factoren. Een voorbeeld van zo'n factor is de houtsoort. Zo heeft tropisch hardhout andere eigenschappen dan naaldhout. Tropisch hardhout is van nature beter bestendig tegen schimmels en vorming van houtrot. Aan de andere kant is hardhout moeilijk te verlijmen, terwijl dit vrij simpel is met naaldhout. De houtsoort speelt zeker een rol in de levensduur, maar er zijn andere factoren die hier een grotere invloed op hebben.
Onderhoud bleek een van de belangrijkste punten om de levensduur van een houtenbrug te verlengen. Het is hierbij van belang dat dit goed gebeurt. Een regelmatige onderhoudsbeurt bleek hierin zeer belangrijk. Dit moet in ieder geval jaarlijks gebeuren en in de winter- en herfstperiodes eigenlijk ook nog. Wat daarnaast van belang is om de levensduur te verlengen, is het goed detailleren van de brug. Zorg ervoor dat water en vocht goed afgevoerd worden en niet blijven liggen op de brug en neem in het ontwerp constructievormen mee die zorgen voor een goede ventilatie.
Hout heeft een stigma van veel onderhoud en een korte levensduur, maar in de praktijk is er geen materiaal dat een oneindige levensduur heeft en onderhoudsarm is. Hierop wordt vaak de nadruk gelegd bij hout, maar bijvoorbeeld staal vereist ook onderhoud en is na enige tijd aan vervanging toe. Emile stelt dat de uiteindelijke levenscycluskosten van hout niet veel afwijken van de concurrerende materialen. Het enige nadeel van hout is dat het in de meeste gevallen korter meegaat dan staal en beton. Aan de andere kant moeten we onszelf de relevante vraag stellen: wil je iets ontwerpen dat 100 jaar meekan? De meeste ontwerpen gaan ongeveer 50 jaar mee. Na 50 jaar krijgen ze een andere functie, of voldoen ze niet meer aan de huidige eisen of verwachtingen. Met dit in het achterhoofd is hout dus een hele goede en duurzame mogelijkheid voor de bouw van bruggen.
Het komt vaak voor dat een constructie vervangen wordt, maar de materialen nog goed te gebruiken zijn voor andere doeleinden. Het hergebruik van materialen is iets waar veel aandacht voor is gekomen in de laatste jaren. Emile stelt dan ook dat dit een positieve ontwikkeling is, maar dat we hierin wel reëel moeten blijven. Het hergebruiken van hout is ingewikkelder dan alleen het gebruikte hout in een nieuwe constructie stoppen. Hier gaat veel onderzoek aan vooraf. Er moeten bijvoorbeeld metingen gedaan worden op basis van de reststerkte van het hout. Mede op basis hiervan wordt bepaald of het hout hergebruikt kan worden. Een houten ligger hoeft echter niet weer hergebruikt te worden als een houten ligger voor een nieuwe constructie. Als het hout te veel is aangetast kan het voor andere delen van de constructie gebruikt worden. De leuningen van een brug of andere constructies vereisen bijvoorbeeld een lagere sterkte.
Waar nog meer op gelet moet worden bij hergebruik is de mate van houtrot. Als het hout te veel is gaan rotten, is het moeilijk te gebruiken in andere constructies. Wat echter vaak in de praktijk het geval is, is dat het hout aan de oppervlakte is gaan rotten, maar dat het grootste gedeelte van het hout nog in goede conditie is. Het is dan mogelijk om de eerste centimeters aan de oppervlakte weg te frezen, waardoor je alleen nog hout overhoudt dat in een goede conditie verkeert. Omdat houtrot niet overal evenveel van het hout aantast, adviseert Emile hierin de mogelijkheden te bekijken. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk de houten liggers om te draaien, waardoor het onaangetaste gedeelte naar boven ligt. Op deze manier kunnen de liggers nog 20 jaar mee. Momenteel is Emile bezig met verschillende projecten, waarin onderdelen van oude bruggen worden gebruikt om tot de constructie van een nieuwe brug te komen. De mogelijkheden van hergebruik zijn nog volop in ontwikkeling.
De laatste boodschap die Emile meegeeft omtrent hergebruik is dat het alleen zin heeft als het minder vervuilend is dan nieuwbouw. Hergebruik gebeurt niet alleen met hout, maar ook met bijvoorbeeld staal. Gezien het Klimaatakkoord, waarin staat dat Nederland voor 50% circulair moet zijn in afzienbare tijd, is het logisch dat hergebruik gezien wordt als een goede oplossing. Maar voorbeelden zoals het omsmelten van staal, waarbij veel gassen vrijkomen, laten zien dat circulariteit ook zeer vervuilend kan zijn. De doelen zijn soms dus tegenstrijdig en Emile geeft daarom het advies om het grotere plaatje in gedachten te houden. Het belangrijkste is dat we verduurzamen en minder milieubelastend te werk gaan in de bouw.
Tot slot stelden wij Emile de vraag hoe hij de toekomst van houten bruggen voor zich ziet. Voor hem is de belangrijkste opgave het overtuigen van opdrachtgevers. Hout moet gezien worden als de beste optie voor de situatie van nu. Er heersen nog steeds veel misvattingen over hout onder opdrachtgevers. Misvattingen, zoals de hoge mate van onderhoud en de negatieve effecten van boskap op de aarde, moeten verholpen worden. We weten dat hout, mits de constructie goed ontworpen is, goed te onderhouden is en dat duurzaam bosbeheer bosgroei juist stimuleert. Daarnaast blijken de meeste mensen hout mooier te vinden dan beton, staal of kunststof. De keuze op schoonheid is dus al gemaakt en als de misvattingen de wereld uit zijn, zullen de andere keuzes volgen.
Materialen met Toekomst: Hout in de GWW is een traject mogelijk gemaakt door De Bouwcampus binnen de opgave Vervanging & Renovatie Infrastructuur. Doel is het ontwikkelen van een innovatieve aanpak om de omvangrijke vervangings- en renovatieopgave van infrastructuur duurzaam, betaalbaar en met zo min mogelijk hinder te realiseren. Ben je niet bekend met De Bouwcampus? Bezoek onze site.
Wil je weten op welke manieren je je bij De Bouwcampus Community kunt aansluiten?
015-20 26 070